Deze musea in Frankrijk zijn geheim
Het Louvre, Pompidou: het zijn allemaal bekende musea in Frankrijk. Maar wat weinig mensen weten, is dat Frankrijk ook geheime musea heeft. Ze zijn onbekend en misschien ook onbemind, maar wel de moeite van het ontdekken waard. We lichten een tipje van de sluier.
Musée Madame Curie
In Parijs is het laboratorium waar Marie Curie ooit onderzoek deed naar radioactiviteit verworden tot een museum. In het laboratorium zocht Marie Curie naar een middel voor de behandeling van kanker. Het lab werd door de Universiteit van Parijs gebouwd nadat mevrouw Curie radium en polonium ontdekte. Ze won er haar tweede Nobelprijs mee.
In het laboratorium is Marie Curie twintig jaar werkzaam geweest. Ze werkte er tot haar dood in 1934. Het radioactieve meubilair is om voordehandliggende redenen vervangen door replicaties. In het lab zijn de kasten vol scheikundeboeken en het zwarte jurkje dat ze voor het laatst droeg te zien in het lab.
Musée Baccarat
Het Musée Baccarat vinden we in een chic paleis. Ooit onthaalde de excentrieke gravin Marie-Laure de Noailles er vrienden. Bekendheden als Buñuel, Cocteau en Dali kwamen er op wilde feesten. Nu is het een museum dat het werk tentoonstelt van een beroemde en decadente Franse kristalslijper.
Het is een hip museum, dankzij ontwerper Philippe Starck. Zo bedacht hij een stoel van twee meter hoog, geheel gemaakt van Baccarat-kristal. Ook zijn er vijfduizend peperdure kristallen klassiekers van glaswerk tentoongesteld. Je kunt er lunchen onder een roterende kroonluchter. In het pand zitten de beste en duurste restaurants die je in Frankrijk zult vinden. Voor honderd euro per couvert kun je er ‘al’ eten.
Fondation Le Corbusier
De kans is groot dat je, net als wij, nog nooit van Charles-Edouard Jeanneret hebt gehoord. We kennen hem beter onder zijn pseudoniem: Le Corbusier. Hij werd beroemd met de theorie dat een huis geen huis zou moeten zijn, maar ‘een machine om in te wonen’.
Daarom bedacht hij wooncomplexen, winkelstraten, wasserettes, scholen en andere publieke voorzieningen als een machine. Je kent hem onder meer van La Cité Radieuse in Marseille. Le Corbusier werd gezien als een van de grootste vernieuwers van de architectuur. In dit museum vind je onder meer schetsen, studies en meubels, ontworpen door de maestro himself.
Musée du vin
In Frankrijk kom je echt nergens om wijn heen. Daarom is er ook een wijnmuseum. Het is zeer onbekend en niemand lijkt er iets om te geven. Maar wijnfanaten voelen zich er meteen thuis. Het is een gewelfde wijnkelder die in de middeleeuwen door monniken uit de kalkgrond werd gehouden.
In het museum leer je alles over de kunst van het wijnmaken. Je ziet er het hele proces, van druif tot glas. Je kunt hier ook zelf een wijntje proeven. De kans is dan ook groot dat je lichtelijk aangeschoten uit het museum kost. Het heeft ook een eigen restaurant, compleet met driegangenlunch voor zestig euro. En natuurlijk drink je daarbij een wijntje uit eigen kelder, zorgvuldig gekozen door de sommelier.
Het boudoir van La Belle Otero
Een appartement, omgetoverd tot art-nouveau-museum. Dat is het boudoir van La Belle Otero. Couturier Pierre Cardin verzamelde ruim een halve eeuw lang allerlei art-nouveau-objecten, zoals meubels van Majorelle, lampen van Tiffany en biscuitporselein uit Karlsbad. Ook de schilderijen van Toulouse-Lautrec zijn er te zien. Hij zette in twaalf kamers op drie verdiepingen een chic boudoir op. Aan wie Cardin precies dacht, is mysterieus. Het schijnt iets te maken hebben met La Belle Otero, een prostituee die onder meer de prins van Monaco en de koning van Engeland als klant had.
De bovenverdieping is nogal pikant, met een liefdesnest, een versierd hemelbed en complete dansende zwanen en zingende nimfen. Hier kom je met rode oortjes weer weg.